Samenwerking op postzegelformaat. Zo noemt Ron Coenen, voorzitter van de LWV, de triple helix overlegvormen in Limburg. Hij pleit voor een krachtenbundeling. “Alles heeft met schaal te maken. Hoe groter, hoe relevanter en hoe meer we kunnen bereiken.”
Ron Coenen is een druk bezet man. Hij werkt als operationeel manager bij Vindsubsidies en is voorzitter van de LWV. Daarnaast is hij bestuurlijk ook actief bij Crossroads Limburg, Keyport en Economische Samenwerking Zuid-Limburg (ESZL), de drie samenwerkingen in onze provincie tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijven. Dat doet hij met een reden, zegt hij. “Ik wil graag actief meedenken in deze clubs en verantwoordelijkheid nemen. Als je vindt dat we beter kunnen samenwerken, dan moet je niet langs de zijlijn blijven staan en roepen dat het anders moet.”
Eén sterk geluid
En het moet anders, als het aan hem ligt. “Wat Crossroads is in het noorden van Limburg, is Keyport voor Midden-Limburg en ESZL voor Zuid-Limburg. Overal spelen dezelfde onderwerpen: de krapte op de arbeidsmarkt, de overgang naar een duurzame samenleving, de energietransitie, de netcongestie. En overal werken we aan oplossingen, vinden we het wiel uit en verdringen we elkaar bij dezelfde subsidiemogelijkheden bij de provincie en de landelijke overheid. Als kleine clubs lukt dat maar mondjesmaat. We kunnen beter onze krachten bundelen.”
Als voorbeeld verwijst hij naar de Brainportregio in Zuidoost-Brabant. “In dat samenwerkingsverband werken 21 gemeenten samen. Er is één sterk geluid. Limburg telt 31 gemeenten. Waarom hebben wij dan drie Brainportjes nodig? Waarom maken we er niet één krachtig geheel van, met één visie en één pot geld? Met drie euro kun je meer doen dan nu drie keer met één euro gebeurt.” Bovendien wordt er naar een groter samenwerkingsverband beter geluisterd, zegt hij. Bij de provincie, maar zeker ook in Den Haag. “Als voorzitter van LWV zit ik geregeld in Den Haag. Wat me daar opvalt, is dat voor veel ambtenaren en politici Nederland op lijkt te houden bij Eindhoven.”
Fusie
Volgens Coenen staat hij niet alleen in zijn mening. Ook de besturen van Crossroads, Keyport en ESZL staan open voor meer samenwerking. Recent hebben de drie clubs elkaar voor het eerst gesproken tijdens een bijeenkomst voor ondernemers. “We hadden de drie uitgenodigd om te vertellen wat ze doen. Daar werd ook duidelijk hoe groot de overeenkomsten zijn. Het heeft ertoe geleid dat Crossroads de plannen waaraan ze werken, gaan delen met Keyport en ESZL. Op die manier kunnen we kijken waar we elkaar kunnen vinden.”
Coenen hoopt dat het een mooie start van een succesvolle samenwerking is, die wat hem betreft uiteindelijk tot een fusie zou kunnen leiden. “Dat heeft tijd nodig.” Zo wordt ook gesproken met initiatieven als Land van de Makers en Supply Chain Valley om samen te werken. “Ook hierin werken overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven samen. Ook zij hebben eigen leden en een eigen bestuur. Vaak zijn dat dezelfde mensen die in de andere besturen zitten. Dat is toch zonde van de tijd?”
Kerktorendenken
LWV kan als verbinder helpen om de partijen dichter bij elkaar te brengen. Daarnaast kijkt Coenen ook nadrukkelijk naar mogelijke samenwerkingen voor de LWV zelf. Want wat voor de triple helix samenwerkingsvormen geldt, gaat ook op voor ondernemersclubs, zegt hij. Hij kan zich bijvoorbeeld goed voorstellen dat LWV en MKB-Limburg meer dan nu samen gaan optrekken. “LWV is een sterke club, met een eigen staf en een grote lobbykracht in zowel de provincie als in Den Haag. Maar als we dat allemaal kunnen versterken door een samenwerking met MKB-Limburg, waarom zouden we dat dan niet doen? Hiertoe zetten we ook belangrijke stappen in bijvoorbeeld Ondernemend Limburg, een bestuurlijk overleg tussen de drie ondernemersclubs LLTB, LWV en MKB-Limburg. Alles heeft immers met schaal te maken. Hoe groter je bent, hoe relevanter en hoe meer je kunt bereiken.”
Ook overheden kunnen samenwerkingen meer dan nu aanjagen, vindt Coenen. “Nu zijn ze vaak nog een beperkende factor. Kijk naar de Regio Deals. Een prima initiatief, maar het stimuleert wel de lokale en regionale concurrentie. En lokale overheden, die samenwerkingsverbanden vaak subsidiëren, willen vooral weten wat een samenwerking voor hun eigen gemeente of dorp oplevert. We moeten af van dat kerktorendenken. Als het je buurtgemeente goed gaat, is dat ook gunstig voor je eigen gemeente. En als de welvaart in Zuid-Limburg toeneemt, hebben ook Noord- en Midden-Limburg daar profijt van. Andersom geldt dat natuurlijk ook.”
Momentum
Verandering kost tijd, weet Coenen. Maar hij verwacht dat partijen steeds meer gaan samenwerken en het uiteindelijk tot een grote triple helix organisatie voor heel Limburg komt. Hij gaat vol energie door met zijn lobby daarvoor. “Iedereen is zich bewust van de voordelen daarvan. Er ontstaat langzaamaan het momentum om het ook daadwerkelijk te realiseren.”
Tekst: Marc van de Ven