In Nederland zijn 275.000 familiebedrijven actief. Met elkaar zijn ze goed voor circa 50 procent van de werkgelegenheid en ze brengen 53 procent van het Bruto Nationaal Product voort. Nederlandse familiebedrijven zijn door de generaties heen een stabiele factor in de economie gebleken. Ze gaan voor een lange termijn aandeelhouderswaarde, gaan met rentmeesters aan boord over van de ene op de andere generatie, hebben een grotere betrokkenheid van zowel directeur als aandeelhouders en zijn daadkrachtig en gepassioneerd, zo blijkt uit een onderzoek van de Nyenrode Universiteit.
Familiebedrijven denken niet in kwartalen maar in generaties. De overheid kan in die traditie wel eens een nare spelbreker gaan worden. Sinds de discussie over het afschaffen van de dividendbelasting en de absurd hoge salarissen van directeuren van beursgenoteerde bedrijven, is het niet goed soep eten met leden van het kabinet en de Tweede Kamer als het gaat over ‘het bedrijfsleven’. Verhoging van de winstbelasting, verhoging van de belasting over het aanmerkelijk belang, maar ook versobering van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), zijn geluiden die vanuit Den Haag neerdalen over de (familie)bedrijven in Nederland.
De BOR zorgt ervoor dat familiebedrijven fiscaalvriendelijk van de ene generatie bij de andere terecht kan komen, waardoor de continuïteit maximaal gewaarborgd wordt. Van de regeling kan gebruik worden gemaakt dat de volgende generatie drie jaar werkzaam is in het familiebedrijf. Voorwaarde is wel dat de onderneming na de overdracht niet binnen vijf jaar wordt verkocht. Concreet houdt de regeling in dat men over de waarde van het bedrijf voor 83 procent vrijstelling krijgt van schenkbelasting en men over de overige 17 procent 25 procent schenkbelasting betaalt.
Een korte rekensom: voor elk miljoen aan waarde van een over te dragen familiebedrijf betaal je met de BOR 42.500 euro aan schenkbelasting. Zonder de regeling zou diezelfde familie 250.000 euro schenkbelasting in privé moeten betalen. Bij de meeste familiebedrijven zit het grootste deel van het vermogen in het bedrijf dus u raadt het al: waar gaat men de belasting van betalen, als de BOR zou komen te vervallen?
Mocht dat het geval zijn, dan zijn veel familiebedrijven op termijn niet meer over te dragen en komen ze vervolgens in de verkoop terecht. Persoonlijk ben ik niet helemaal gerust op de handhaving van de huidige BOR, zeker niet als we een centrum-links kabinet gaan krijgen. Wie denkt aan overdracht van zijn mooie familiebedrijf aan de volgende generatie, doet er wellicht goed aan om niet te lang te wachten. Een proces dat met een bedrijfsovergang gepaard gaat duurt lang, is ingewikkeld en vraagt veel juridische en fiscale adviezen alsook ondersteuning door de accountant. Het is taai, soms emotioneel, maar juist in deze tijd alleszins de moeite van het overwegen waard. Vanuit de LWV blijven we via VNO-NCW lobbyen voor handhaving van de huidige BOR. Het kan en mag niet zo zijn dat de mooie (Limburgse) familiebedrijven in de verkoop terechtkomen.
Giel Braun
Voorzitter Limburgse Werkgevers Vereniging