Vorige maand werd de noodzaak van arbeidsmigratie weer eens flink in twijfel getrokken. En niet door de minsten: CPB-directeur Pieter Hasekamp en Hans Borstlap, voorzitter commissie Regulering en Werk (commissie Borstlap). Hasekamp noemt arbeidsmigratie een ‘schijnoplossing’ en Borstlap vindt dat we eerst maar eens de 1,2 miljoen mensen die in Nederland nog aan de kant staan, aan werk moeten helpen. Mijns inziens gaan beide heren hiermee wel erg kort door de bocht.

Commissie Borstlap
Begin april van dit jaar maakten alle media melding van de ingrijpende plannen voor de arbeidsmarkt van minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip. Haar voorstellen zijn gebaseerd op het eindrapport van de Commissie Regulering van Werk (Commissie Borstlap). Borstlap was deze week in Kerkrade tijdens de jaarconferentie van Baandomein om een toelichting te geven op zijn eindrapport. Tijdens zijn lezing kwamen onderwerpen als vaste contracten en flexwerken maar ook arbeidsmigratie aan bod. Met betrekking tot arbeidsmigratie was zijn stelling dat we eerst onze eigen mensen die nog niet bij het arbeidsproces betrokken zijn, moeten activeren. Dat zijn er immers nog meer dan een miljoen. Tot zover niets mis mee; ook als LWV hebben wij diverse projecten opgezet om deze groep te begeleiden naar een baan in het bedrijfsleven. Echter, zijn weg hier naartoe is dat we af moeten van alle toeslagen die veel mensen ontvangen waardoor werken vaak niet loont (de zogenoemde armoedeval). Ook hier is niets mis mee. Waar het wel mis gaat, is dat alles in dit land vaak vooruitgeschoven wordt en dat het dus heel lang duurt voordat er knopen worden doorgehakt. En als het al besloten wordt dan zegt de fiscus waarschijnlijk: “Dat kan ons systeem niet uitvoeren”.

CPB-directeur Hasekamp noemde afgelopen maandag tijdens de Elseviers Weekblad-lezing meer arbeidsmigratie als ‘schijnoplossing’ voor de krapte op de arbeidsmarkt. Hasekamp: “Allereerst, omdat het feitelijk niets oplost: ook migranten consumeren, hebben woningen nodig, onderwijs voor hun kinderen, gezondheidszorg. De komst van meer migranten leidt dus uiteindelijk ook weer tot nieuwe krapte. Soms is het verstandiger om tomaten te importeren, in plaats van tomatenplukkers.” Volgens Hasekamp moeten we het hebben van hogere productiviteit, dus meer innovatie en minder arbeidsintensief werk. Echter, hij vergeet één ding: vergrijzing. Hadden we in 1980 nog vijf werkenden op één 65-plusser, nu hebben we er nog maar twee. We hebben dus simpelweg mensen te kort. Waarschijnlijk in heel veel sectoren maar zeker in de zorg waar we het liefst toch echt een verpleger aan het bed willen in plaats van een robot. Kijk daarnaast naar het voorbeeld van Japan. Arbeidsmigratie wordt daar niet toegestaan. De samenleving dreigt daar vast te lopen. Dat willen we toch zeker niet?

Internationale werknemers
Ook in Limburg hebben we op dit moment al meer dan 80.000 internationale werknemers en dit aantal zal volgens onderzoeken de komende jaren alleen nog maar verder oplopen. Waarschijnlijk tot ongeveer 113.000 in 2030. Deze werknemers zorgen er niet alleen voor dat pakketjes op tijd bezorgd worden, dat zonnepanelen geplaatst worden en dat zorg verleend wordt in ziekenhuizen. Zij zorgen er ook voor dat voorzieningen als bijvoorbeeld scholen en supermarkten in dorpen beschikbaar blijven. Uit onderzoek blijkt namelijk dat een flink deel van de internationale werknemers al deelneemt aan de verschillende aspecten van de Nederlandse samenleving (winkelen in Nederlandse supermarkten 68%, naar Nederlandse cafés en restaurants gaan 53%, Nederlandse vrienden 32% en lid van een sportclub 7%). Laten we er daarom voor zorgen dat deze grote groep voor Limburg zeer belangrijke werknemers, goed gehuisvest wordt en goed wordt opgenomen in onze samenleving. Zij leveren immers een essentiële bijdrage aan onze economie en ons welzijn.

Mark Hendriks
Expertisemanager Arbeidsmarkt & Onderwijs