Donderdag 8 september riep voormalig bestuurder van vakbond FNV in Limburg, Henk van Rees, in De Limburger de werkgevers op tot een forse verhoging van de lonen: ‘Tijd voor harde onderhandelingen en acties. Tijd voor werknemers om samen met hun vakbonden op te komen voor hun gerechtvaardigde deel van de koek’. Deze boodschap klinkt de gemiddelde werknemer op dit moment waarschijnlijk goed in de oren maar of dit echt zo is, valt zeer te betwijfelen.
Inflatie
Het Centraal Bureau voor de Statistiek rekende onlangs voor dat de consumentenprijsinflatie inmiddels uitkomt op een slordige 12 procent. Dat dit ongekende tijden zijn, zal niemand ontkennen. Daarom heeft het kabinet al onlangs een pakket samengesteld van 15 à 16 miljard euro. Enerzijds is dit een tijdelijk pakket om de pijn van de energierekening ook volgend jaar te verminderen. Anderzijds is dit een structureel pakket dat ervoor moet zorgen dat werk meer gaat lonen. Het precieze pakket is nog niet duidelijk en wordt op Prinsjesdag bekendgemaakt. Het begin is er dus.
Ook de werkgevers moeten een flinke duit in het zakje doen, is de oproep. Dat werkgevers dit in de praktijk al doen, lijkt hierbij gemakshalve te worden vergeten. Veel werkgevers bewegen in normale omstandigheden al mee met de inflatie. Maar de extreme prijsstijgingen van dit moment kunnen ze niet zomaar compenseren. Werkgevers hebben zelf ook te maken met prijsstijgingen die ze niet volledig door kunnen berekenen aan hun klanten. Daarnaast hebben ze te maken met de stijgende rente en verslechterende financieringsvoorwaarden. Daarom is het niet mogelijk de salarissen fors te verhogen.
Coronacrisis
Tevens lijkt vergeten te worden dat veel ondernemers nog aan het herstellen zijn van de coronacrisis en vaak nog grote bedragen terug moeten betalen aan onder andere de Belastingdienst. Dus om nu te zeggen dat het geld overal tegen de plinten klotst en dat werkgevers maar even moeten dokken… Lijkt me niet.
België
Sterker nog: het is zelfs gevaarlijk om de lonen fors te verhogen. Kijk hierbij naar onze buren in België. Daar worden werknemers automatisch gecompenseerd voor de gestegen inflatie. Het Belgische Federaal Planbureau verwacht dat de lonen volgend jaar met 10,5 procent stijgen. Dit klinkt goed maar hier zijn grote risico’s aan verbonden. Hogere lonen drijven namelijk de (toch al hoge) kosten voor de werkgevers verder op, die ze doorberekenen aan elkaar en de consument. Dit jaagt de lonen verder op. Dit is de beruchte loon-prijsspiraal. Hiermee wordt de rekening van de hogere (energie)prijzen bij het bedrijfsleven gelegd en verslechtert de concurrentiepositie van bedrijven en landen. Uiteindelijk kunnen werknemers hierdoor hun baan verliezen. Immers: een verslechterde concurrentiepositie leidt tot minder investeringen en een lagere economische groei: de Belgische ziekte.
Gezond verstand
Dus: massale compensatie is niet goed. Het gezonde verstand gebruiken is beter. Laten we daarom in gezamenlijkheid (bedrijfsleven en overheid) kijken naar de juiste richting waarbij werkgelegenheid voor de langere termijn behouden blijft. Het afspreken van prijsplafonds voor elektriciteit door loskoppeling van de gasprijs en meer besparingen op energieverbruik zijn hiervan goede voorbeelden. Het verder verbeteren van het vestigingsklimaat voor bedrijven past ook hierbij. Maar ook meer uren werken, is zeer effectief in een land dat nog steeds Europees kampioen deeltijdwerken is. Het zou de krapte op de arbeidsmarkt verminderen en werknemers die meer uren gaan werken, hebben direct meer geld in de beurs. En zo zijn er nog veel meer alternatieven te verzinnen. Kortom: bezint eer ge begint en wentel de rekening van de hoge energieprijzen niet af op de ondernemers want dit kan desastreuze gevolgen hebben.
Mark Hendriks
Expertisemanager Arbeidsmarkt & Onderwijs