Vorige maand vlogen ons de nieuwsberichten om de oren: zowel ASML als Tata Steel krijgen hulp uit Den Haag. Op zichzelf zijn dat zeer positieve berichten. Ik maak me er echter ook zorgen om.
Breed industriebeleid
Begrijp me niet verkeerd, ik ben voorstander van het behoud van ASML voor Nederland. Ook Tata steel is als grote werkgever een belangrijke speler in de Nederlandse en zelfs Europese industrie. Maar het voelt tegelijkertijd enigszins als paniekvoetbal. Niet doordacht en niet vanuit een bredere strategie, noem het industriepolitiek, opgezet. Maar nu gerichte acties op twee grote bedrijven, nogmaals uiteraard van groot belang voor onze economie.
Eigen markt
Ik denk dat we juist behoefte hebben aan een breder plan, met een visie op de (industriële) toekomst van ons land. Welke soort industrieën zijn essentieel voor onze ontwikkeling? Moeten we ons richten op het beschermen van onze eigen markt, of juist op het terugbrengen van productie naar Nederland?
Rijk aan vakmanschap
De recente crises hebben laten zien dat we op meerdere vlakken, zoals energie en geneesmiddelen, onze productiecapaciteit juist binnenlands zouden moeten versterken. Mijn provincie voelt deze noodzaak des te meer, aangezien veel van de hier gevestigde industrieën worden geleid vanuit het buitenland, terwijl juist onze regio rijk is aan vakmanschap. Het verbaast me bijvoorbeeld dat in Born één van de meest vooruitstrevende autofabrieken ter wereld het niet gehaald heeft. Terwijl een Chinees bedrijf met steun van Hongaarse subsidies de productie in Hongarije opzet. Helaas schort het zowel in Nederland als in Europa aan een krachtig industriebeleid.
Visionaire leiders
De complexiteit van de huidige uitdagingen maakt oplossingen vinden schijnbaar onmogelijk. Nederland stond bekend om zijn polderkracht, maar tegenwoordig vinden we moeilijk gezamenlijke antwoorden. We hebben behoefte aan visionaire leiders en we moeten ook beseffen dat we zelf verantwoordelijkheid moeten nemen. Samen hard werken aan gezamenlijke doelen. Veranderingen vergen tijd, we bevinden ons in een transitie en ik merk dat veel jonge ondernemers en startups het over een andere boeg willen gooien. Het is aan de overheid om deze lijn door te zetten: ervoor zorgen dat plannen en oplossingen worden gerealiseerd en dat doelstellingen niet bij het minste of geringste obstakel worden aangepast. Initiatieven die een positieve bijdrage willen leveren, moeten de kans krijgen zich te ontwikkelen. Maar wel vanuit een brede visie.
Ron Coenen
Voorzitter Limburgse Werkgevers Vereniging