De enige autofabriek van Nederland, VDL Nedcar, komt de laatste tijd weer met enige regelmaat in het nieuws. Helaas niet omdat zich een nieuwe opdrachtgever heeft gemeld maar omdat de gesprekken tussen VDL Nedcar en de vakbonden (op z’n zachtst gezegd) niet soepel verlopen. De vakbonden zetten vol in op een nieuw sociaal plan en willen plat gezegd zoveel mogelijk geld voor de medewerkers bij eventuele sluiting van de fabriek binnenhalen. Maar is dit geen oud denken en spreken de bonden zichzelf eigenlijk niet tegen? Zouden we niet veel meer moeten werken aan een plan en een positieve mindset bij iedere betrokkene? Een plan waar werknemers, regio en werkgevers beter van worden.

Regionale Mobiliteitsteams
Toen een aantal jaren geleden tijdens corona massa-ontslagen dreigden, is in Nederland de gedachte ontstaan dat we mensen die met werkloosheid bedreigd worden niet in de ww terecht moeten laten komen maar van werk-naar-werk moeten begeleiden. Gelukkig is het tijdens corona, door omvangrijke steunpakketten van de overheid, niet gekomen tot massa-ontslagen. Toch is toen landelijk € 200 miljoen uitgetrokken om te werken aan een structuur waarmee van-werk-naar-werk mogelijk gemaakt wordt. In elke arbeidsmarktregio is een zogenoemd Regionaal Mobiliteitsteam (RMT) opgericht. Ook Limburg heeft er hier drie van. De vakbonden, zowel FNV als CNV, zetten hier vol op in en zijn enthousiaste deelnemers.

Oud denken
Daarom verbaast het mij ten zeerste dat de vakbonden nu, ogenschijnlijk, alleen maar inzetten op zoveel mogelijk geld binnenhalen met een sociaal plan en de van werk-naar-werk-gedachte blijkbaar even vergeten zijn. Dit is dus echt oud denken en in tegenspraak met hun eigen rol en activiteiten in de Regionale Mobiliteitsteams. Want wie wordt daar nu beter van? Een financiële vergoeding uit een sociaal plan is géén positieve prikkel om meteen werk te maken van de toekomst. Beschikbare middelen kunnen beter worden ingezet om de positieve beweging naar nieuw werk mogelijk te maken. Dit om het arbeidspotentieel niet verloren te laten gaan. Want de arbeidsmarkt is nog steeds heel erg krap en dit zal de komende tijd waarschijnlijk nog wel zo blijven. Vol inzetten op van werk-naar-werk lijkt dus de betere optie. Zowel voor de andere werkgevers in de regio die staan te springen om mensen maar zeker ook voor de werknemers zelf.

Belang werknemers
Laat dit duidelijk zijn: ook vanuit de Limburgse Werkgevers Vereniging vinden wij dat er nadrukkelijk oog moet zijn voor het belang van de werknemers. Werkgevers en werknemers moeten het samen doen. Juist daarom is het goed begeleiden van de betroffen werknemers naar nieuw werk van essentieel belang. De medewerker is pas écht gebaat bij het goede gesprek en niet bij polarisatie en negatieve energie. Een gezonde toekomst voor het individu ontstaat bij een positieve mindset en daar kunnen mensen bij geholpen worden. Begeleiding is daarbij cruciaal. Het is niet vanzelfsprekend dat een medewerker van A naar B kan stappen. Zeker voor oudere medewerkers zou er extra aandacht moeten zijn. Echte persoonlijke begeleiding met oog voor ieders privé-situatie in deze, is de enige manier om voor iedereen een route uit te stippelen naar een goede toekomst. En die kan overigens heel goed worden ingevuld op basis van het huidige sociaal plan, de welwillendheid van werkgevers en samenwerking in de regio. Dit is de enige manier waarop hun werkzame leven in deze snel veranderende wereld op een goede manier veiliggesteld kan worden.

Oproep
In de huidige Sire-campagne wordt gezegd: “Ben je nou een discussie aan het winnen, of ben je elkaar aan het verliezen?” Wat winnen we hier? In mijn ogen niks, dus laten we het tij keren. Mijn oproep zou daarom zijn: blijf met elkaar in constructief overleg en kijk naar het echte belang van de werknemers. Deze zijn geholpen bij het veiligstellen van hun toekomst. Werk daar gezamenlijk aan!

Mark Hendriks
Expertisemanager Arbeidsmarkt & Onderwijs